Foto: apple.com
Steve Jobs is niet meer. De voormalig Apple-voorman stierf woensdagavond 5 oktober 2011 op 56-jarige leeftijd en laat een vrouw en vier kinderen achter.
Jobs en Wozniak bouwde in ’77 de eerste personal computer die echt aansloeg, de Apple II. Er waren wel andere pc’s vóór de Apple II, maar om er een te kunnen bedienen moest je de hoogste informaticagraad op de universiteit behaald hebben.
Mijn eigen kennismaking met de Apple Macintosh herinner ik me nog goed. Het was het najaar van 1987 en met 4-Havo namen we een bezoekje aan het Bonnefantenmuseum in Maastricht. In de expositieruimte die op dat moment in het teken stond van entertainment en technologie stonden twee Macintosh SE’s, op een hoge tafel met barkrukken eromheen. Op een van de twee piepkleine beeldschermpjes draaide een simpele, maar vloeiende 3D animatie van een bureaulampje. In de aftiteling kwam de lettercombinatie ‘PIXAR’ voorbij. Met de andere computer kon je via een muis met MacPaint een tekening maken en je naam schrijven op het scherm. En dat was voor die tijd behoorlijk cool.
Vier jaar later kwam ik ongeveer zo’n zelfde model (maar nu ‘Classic’ genoemd) tegen op de Grafische School. Niet dat we al te veel met het apparaat mochten experimenteren, want het voorgeschreven handgereedschap bestond uit de traditionele marker, het potlood en de typometer. Oldschool als de opleiding was in die dagen, beschouwde de meeste docenten de Mac als de antichrist van het grafische ontwerpvak. Maar ik vond ‘m cool.
Als afgestudeerd grafisch ontwerper in ’92 stond bij het eerste bureau waar ik aan de slag ging een torenhoge Macintosh Quadra 900 voor me klaar. Het monsterlijke apparaat had zelfs een contactsleutel. De boodschap was of ik even alles wat ik had geleerd wilde vergeten want ‘hier wordt met de Mac gewerkt’. Het vak zat midden in een technologische mallemolen, dus vier jaar studeren spoelde ik hier binnen enkele maanden door de plee. We gingen van tekentafel, zetmachine en contactkast naar de desktop computer. De alles-in-één. De Mac. En dat was eigenlijk best cool.
Mijn eerste eigen Mac kocht ik in ’93 van mijn zuur bij elkaar verdiende guldens, een Macintosh II Vi met een opslagcapaciteit van 40MB (!) en 4MB werkgeheugen. Met twee knoeperds van monitoren, een Wacom Tablet en een LaserWriter was dit de ultieme thuisstudio voor de jonge, ambitieuze grafisch ontwerper. In de jaren daarna werkte ik nog met een Quadra 650, een Quadra 850, een Power Macintosh 9600, een PowerPC G3, een G4 en die machtige G5. Ik gebruik nu een iMac en een MacBook. Mijn trouwe MacBook is bijna vijf jaar oud en draait nog steeds als een zonnetje. Je hoeft geen techneut of IT wizzard te zijn om er lekker mee te kunnen werken. Macs zijn alleskunners voor mensen die niet alles kunnen. Daarom vind ik ze zo cool.
Je begrijpt dat toen Apple in 2001 de iPod en in 2007 de iPhone introduceerde ik ze moest bezitten. Want hoeveel cooler kun je zijn met Apple-producten die je in je zak kunt steken?
Jobs duwde de wereld, mijn wereld, een richting in. Hij was een stylist die leefde voor de ultieme gebruikservaring van ‘zijn’ producten. Er gaat een verhaal dat in het vroege ontwikkelstadium van de Apple II, Jobs een hele nacht het complete moederbord opnieuw ontwierp zodat er minder gesoldeerd hoefde te worden. Niet dat meer solderen kostenverhogend was, de kosten waren marginaal. Maar minder soldeerpunten vond hij gewoon ‘eleganter’.
Deze visie, deze passie zie je terug in ieder nieuw Apple product.
Ik zag met eigen ogen hoe Apple de grafische industrie, de entertainmentindustrie en daarna de rest van de wereld op z’n kop zette. Ik hoef je niet te vertellen wat de iPhone heeft betekend. Ik denk dat niemand nog kan bevatten wat de iPad betekent. Steve Jobs is voor veel Apple-successen verantwoordelijke geweest. Zijn slechte gezondheid en het aftreden als CEO van Apple konden niet verhullen dat het einde wellicht in zicht was, maar ik was werkelijk even ontdaan toen ik het slechte nieuws hoorde. Waarom? Ik heb geen idee.
Misschien wel omdat Steve technologie cool maakte. Eerst in beige, toen in zwart, daarna in gekleurd kunststof, toen in wit, toen in geborsteld aluminium en nu met een touchscreen van glas. Ik hou van zijn werk. Elke keer als ik mijn MacBook open klap om mijn dag te beginnen, mis ik ‘m. En dat voelt helemaal niet cool.
Steve Jobs is niet meer. De voormalig Apple-voorman stierf woensdagavond 5 oktober 2011 op 56-jarige leeftijd en laat een vrouw en vier kinderen achter.
Jobs en Wozniak bouwde in ’77 de eerste personal computer die echt aansloeg, de Apple II. Er waren wel andere pc’s vóór de Apple II, maar om er een te kunnen bedienen moest je de hoogste informaticagraad op de universiteit behaald hebben.
Mijn eigen kennismaking met de Apple Macintosh herinner ik me nog goed. Het was het najaar van 1987 en met 4-Havo namen we een bezoekje aan het Bonnefantenmuseum in Maastricht. In de expositieruimte die op dat moment in het teken stond van entertainment en technologie stonden twee Macintosh SE’s, op een hoge tafel met barkrukken eromheen. Op een van de twee piepkleine beeldschermpjes draaide een simpele, maar vloeiende 3D animatie van een bureaulampje. In de aftiteling kwam de lettercombinatie ‘PIXAR’ voorbij. Met de andere computer kon je via een muis met MacPaint een tekening maken en je naam schrijven op het scherm. En dat was voor die tijd behoorlijk cool.
Vier jaar later kwam ik ongeveer zo’n zelfde model (maar nu ‘Classic’ genoemd) tegen op de Grafische School. Niet dat we al te veel met het apparaat mochten experimenteren, want het voorgeschreven handgereedschap bestond uit de traditionele marker, het potlood en de typometer. Oldschool als de opleiding was in die dagen, beschouwde de meeste docenten de Mac als de antichrist van het grafische ontwerpvak. Maar ik vond ‘m cool.
Als afgestudeerd grafisch ontwerper in ’92 stond bij het eerste bureau waar ik aan de slag ging een torenhoge Macintosh Quadra 900 voor me klaar. Het monsterlijke apparaat had zelfs een contactsleutel. De boodschap was of ik even alles wat ik had geleerd wilde vergeten want ‘hier wordt met de Mac gewerkt’. Het vak zat midden in een technologische mallemolen, dus vier jaar studeren spoelde ik hier binnen enkele maanden door de plee. We gingen van tekentafel, zetmachine en contactkast naar de desktop computer. De alles-in-één. De Mac. En dat was eigenlijk best cool.
Mijn eerste eigen Mac kocht ik in ’93 van mijn zuur bij elkaar verdiende guldens, een Macintosh II Vi met een opslagcapaciteit van 40MB (!) en 4MB werkgeheugen. Met twee knoeperds van monitoren, een Wacom Tablet en een LaserWriter was dit de ultieme thuisstudio voor de jonge, ambitieuze grafisch ontwerper. In de jaren daarna werkte ik nog met een Quadra 650, een Quadra 850, een Power Macintosh 9600, een PowerPC G3, een G4 en die machtige G5. Ik gebruik nu een iMac en een MacBook. Mijn trouwe MacBook is bijna vijf jaar oud en draait nog steeds als een zonnetje. Je hoeft geen techneut of IT wizzard te zijn om er lekker mee te kunnen werken. Macs zijn alleskunners voor mensen die niet alles kunnen. Daarom vind ik ze zo cool.
Je begrijpt dat toen Apple in 2001 de iPod en in 2007 de iPhone introduceerde ik ze moest bezitten. Want hoeveel cooler kun je zijn met Apple-producten die je in je zak kunt steken?
Jobs duwde de wereld, mijn wereld, een richting in. Hij was een stylist die leefde voor de ultieme gebruikservaring van ‘zijn’ producten. Er gaat een verhaal dat in het vroege ontwikkelstadium van de Apple II, Jobs een hele nacht het complete moederbord opnieuw ontwierp zodat er minder gesoldeerd hoefde te worden. Niet dat meer solderen kostenverhogend was, de kosten waren marginaal. Maar minder soldeerpunten vond hij gewoon ‘eleganter’.
Deze visie, deze passie zie je terug in ieder nieuw Apple product.
Ik zag met eigen ogen hoe Apple de grafische industrie, de entertainmentindustrie en daarna de rest van de wereld op z’n kop zette. Ik hoef je niet te vertellen wat de iPhone heeft betekend. Ik denk dat niemand nog kan bevatten wat de iPad betekent. Steve Jobs is voor veel Apple-successen verantwoordelijke geweest. Zijn slechte gezondheid en het aftreden als CEO van Apple konden niet verhullen dat het einde wellicht in zicht was, maar ik was werkelijk even ontdaan toen ik het slechte nieuws hoorde. Waarom? Ik heb geen idee.
Misschien wel omdat Steve technologie cool maakte. Eerst in beige, toen in zwart, daarna in gekleurd kunststof, toen in wit, toen in geborsteld aluminium en nu met een touchscreen van glas. Ik hou van zijn werk. Elke keer als ik mijn MacBook open klap om mijn dag te beginnen, mis ik ‘m. En dat voelt helemaal niet cool.
Reacties