Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

De smaak van meer

Woon je in Eindhoven, dan ken je waarschijnlijk Happy Italy. Het Italian fast food concept op ruim opgezette locaties, hippe inrichting en ongelofelijk middelmatig eten. Maar ze serveren er enorme porties. Bemachtig een tafel, bestel een maaltijd en je neemt voor minimaal nog een dag aan extra eten mee naar huis in een heuse Happy Bag. Mede door die grote porties (mensen beseffen niet hoe weinig het kost een pizza of pasta in elkaar te zetten) heeft iedereen het over Happy Italy. Bijna dagelijks tref je er rijen wachtende mensen aan. Je maakt niet vaak mee dat er rond etenstijd géén rij tot buiten staat. Happy Italy is slim. Happy Italy laat mensen praten over gigantische Italiaanse maaltijden voor weinig geld. Daarna doen de rijen het meeste werk. Iedereen die voorbij loopt (want A-locatie) en de lange rij ziet gaat ervan uit dat al die mensen er staan met een goede reden. Het zal het wel waard zijn. Het móet het wel waard zijn. Dit is terug te brengen naar een instinctief
Recente posts

Maak er iets moois van

Jullie weten het: ik hartje het internet. Maar de online interacties van tegenwoordig zijn alleen nog maar marketing en reclame. Onze ooit zo vermakelijke, boeiende of nuttige verwisselingen hebben plaatsgemaakt voor platte tips, trucs en inhoudsloze clickbait. Massa's zelfverklaarde experts orakelen over hoe je allerlei omstandigheden naar je voordeel kunt ombuigen. Ook al ben ik meestal geen doelgroep , ik heb nogal moeite deze prut te negeren. Technologie biedt zoveel mogelijkheden maar het is overgenomen door ordinaire straatventers. Erger nog: ik ben er een van. Ik gebruik technologie als promotie-instrument. Het is mijn werk om de aantallen likes, views en volgers op te kloppen voor merken en organisaties. En voor mezelf. Ik ben steeds minder vaak in staat situaties te zien zonder me de promotiepotentie voor te stellen. Hier baal ik gruwelijk van en ik vraag me wel eens af hoe ik toch zo'n ongelofelijke labbekak ben geworden. Als kind namen mijn ouders ons geregel

Onzichtbaar design

Als mijn blaas een metertje had zou de naald volledig uitslaan. Er is geen tijd te verliezen. Ik zoek zwetend een toilet, loop naar binnen, doe m’n plasje, was en droog mijn handen en sta weer buiten in minder dan twee minuten. Tijdens deze gebeurtenis denk ik geen seconde aan design. Ik doe wat ik moet doen, vrij van frictie, frustratie of ongemakken. Dat is best bijzonder, want in dit soort gelegenheden wordt zelden iets aan toeval overgelaten. Ik durf te wedden dat zaken als materiaalvereisten en gebruikersbehoeften grondig zijn onderzocht. En dat daarnaast uiterst planmatig op allerlei potentiele tekortkomingen is geanticipeerd. Allemaal om een ervaring te bieden waar design onzichtbaar lijkt. Valize, waar gáát dit over? Oké even in z’n achteruit, laten we het toiletbezoek eens en détail beschouwen: Terwijl ontelbare signalen mij proberen af te leiden spot ik met groot gemak het herkenbare toiletsymbool op enkele tientallen meters afstand. Ik hoef niemand iets te vragen

De pitch: een veertig jaar oud proces voor bureauselectie

In klantenland is een pitch uitschrijven om met communicatiebureaus in aanraking te komen een antieke maar gekoesterde traditie. Een hardnekkig verschijnsel dat in de afgelopen vier decennia nauwelijks met de tijd is meegegaan. Voor veel merken en organisaties is deze uren verslindende krachtmeting blijkbaar nog steeds de enige manier om bureaus te shortlisten voor een prestigieus project of het (al dan niet hele) account. We houden best van een wedstrijdje, maar helaas wordt bij de opzet van het pitchproces nog te vaak op kortetermijnresultaten gestuurd. Of nog gekker: er wordt helemaal nérgens op gestuurd. Briefings of hun schrijvers zijn vaak van een bedenkelijk niveau en maar zelden wordt stilgestaan bij wat men nou precies van een klant-bureaurelatie verwacht. Gratis Pitches zijn er in allerlei soorten en maten. Pitches zonder vergoeding zijn eerder regel dan uitzondering. Daarnaast heb je pitches met wel tien deelnemers, schijnpitches, pitches met meerduidige briefings,

Voor wie werk jij eigenlijk?

Voor wie werk je? Voor je bedrijf? Je baas? Jezelf? Of werk je voor je klant? Hoe je deze vraag beantwoordt bepaalt voor altijd het perspectief op het werk dat je doet. En wie je nou eigenlijk bedient. Normaliter beantwoorden we de vraag “Voor wie werk jij?” met de naam van je bedrijf. Of we zeggen, “Ik heb m’n eigen bedrijf, dus ik werk voor mezelf.” Maar als we met die vierde optie geconfronteerd worden voelen we ons een beetje schuldig, krabbelen we terug en bekennen we dat we er toch echt zijn voor de klant. We dachten even niet na. Natúúrlijk werken we voor de klant. Ook al lijkt het een strikvraag, er bestaat geen fout antwoord. Werknemers werken voor de baas. Eigenaren werken in het belang van hun bedrijf. Dat is hoe het is. Het is de realiteit. En het belangrijkste: het is balans. Voor wie je het ook doet, beste schoenmaker, blijf bij je leest. Probeer de verleiding te weerstaan andermans werk te doen, want het keert zich tegen je. Er zijn ontelbare interessante pa

Geen inspiratie? 19 manieren om je creatieve zelfvertrouwen terug te krijgen

Laten we eerlijk zijn, we raken allemaal wel eens creatief uitgeput. Of je nou schrijver, ontwerper of conceptontwikkelaar bent, inspiratie komt niet continu aanwaaien. Maar het mooie van inspiratie is dat het overal is te vinden. Meestal op de plaatsen waar je het niet verwacht. Speciaal voor jou zijn hier een aantal eenvoudige manieren om inspratie op te doen of weer terug te krijgen. 1. Praat met vreemden We raken zo verstrikt in ons eigen handelen dat we denken dat we de enige persoon zijn met een verhaal. Start eens een gesprek met de dame naast je in de trein, schud de hand van de man achter de bar of maak een praatje met die gast die je tegenkomt wanneer je de hond uitlaat. Grote kans dat ook zij een verhaal hebben. 2. Koop een magazine of boek dat je normaal niet leest Hou je van boeken over marketing? Lees dan eens fictie. Wissel van genre en de ideeën zullen rijkelijk vloeien. 3. Ga naar een seminar Waar je je ook voor interesseert, er zijn vast conferenties en

Zeg eens Ja

Laten we het eens hebben over Nee. Nee is de gemakkelijke reactie, die zijn nut dubbel en dwars heeft bewezen. Nee bespaart je tijd, halveert je werkdruk en helpt je mentale energiereserve op peil te houden voor belangrijkere zaken. Nee is vaak directe winst, zeker voor als je al op je tandvlees loopt. De meesten van ons verdrinken in keuze. Daarom zoeken we naar manieren om ruis in ons leven te verminderen. Nee heeft ook tekortkomingen. Misschien wel de grootste is dat het de neiging heeft ieder initiatief vroegtijdig de nek om te draaien. Ik ontmoet mensen die hun standaardinstelling op Nee hebben staan en hun leven wordt er bepaald niet minder bleek van. Ja is anders. Ja is uitdagend, al is het omdat het zomaar kan uitdraaien op iets wat je niet wil. Maar misschien ben je helemaal niet zo goed in het bepalen wat je wil. Een fietstochtje in de regen zou wel eens hartstikke leuk uit kunnen pakken. Oesters zouden best lekker kunnen smaken en een opera is misschien meer dan balken

Mond houden en luisteren

Sinds de oprichting van dit blog en mijn twitteraccount vragen lezers me wel eens om advies. En dan bedoel ik niet onze klanten bij VIS , maar mensen uit het netwerk. Vrijblijvend. De vragen lopen uiteen van hoe moet ik mij of mijn bedrijf positioneren en presenteren, tot hoe krijg ik meer aandacht of conversie. Ik heb er zoveel mogelijk antwoord op proberen te geven, maar ik vroeg me op een zeker moment af waarom. Ik vermoedde dat mijn suggesties enigszins waardevol zijn, maar slechts een enkeling nam ze ter harte en deed er iets nuttigs mee. Een poosje geleden zat ik een keer aan de andere kant van de tafel. Een vriend met een succesvolle start-up gaf mij onder het genot van een biertje wat feedback op wat ik ‘een idee’ zou willen noemen. Nog wat later heb ik hetzelfde idee genoemd in het bijzijn van twee anderen. Maar in beide gevallen was het advies niet helemaal wat ik wilde horen. Mijn primaire reactie was dan ook “nee – je begrijpt me niet…” en begon vervolgens uit te

Ik ben een amateur

Of mag ik dat soms niet zeggen? Maar, zijn we dat in zekere zin niet allemaal? In het Frans betekent amateur oorspronkelijk ‘liefhebber van’. Iemand die zich fanatiek verbindt aan een streven. Een studie, een prestatie, een ambacht.             Wist je dat tot 1970 alleen maar – onbetaalde – amateurs mochten deelnemen aan de Olympische Spelen? Tot de dag van vandaag is dat nog steeds het geval voor de onderdelen Boksen en Worstelen. Het gebrek aan financieel gewin werd namelijk ooit beschouwd als een voordeel. Een amateur zou meer toegewijd zijn. Gemotiveerd. Bezield. In veel opzichten ben ik liever een fervent amateur dan een pro. Ik doe mijn werk in de geest van een levenlang leren, bedenken en toepassen. Veroordeeld én toegewijd aan risico’s nemen, een buikgevoel volgen, uitproberen, fouten maken, experimenteren en ja – ook blunderen. In dit normontwijkend proces doe ik nieuwe ontdekkingen. Ik ben een amateur. Je leert sneller van mislukking dan van perfectie en iede

Is storytelling het nieuwe zwart?

Storytelling, het volgende speeltje van de marketeer. Maar als het gaat om hypes komt storytelling niet helemaal uit de lucht vallen. We stimuleren klanten al jaren om verhalenvertellers te zijn. Dus persoonlijk kan ik storytelling wel hebben. Als term. Als idee. Maar als we heel eerlijk zijn hangt ook hier succes niet af van het idee, maar van de executie. En de waarheid is dat de meeste merken waardeloos zijn in (corporate) storytelling. Waarom? Omdat de meeste merken helemaal niet doen wat bij verhalen vertellen nodig is. Verhalen – echte, eerlijke, emotionele, transformatieve en inspirerende verhalen – bevatten pijn. Wrijving. Ongemakken. Conflict. Ze kennen schurken. Ze hebben winnaars en verliezers. Persoonlijkheid en gebreken. Geweldige hoogtepunten en heftige dieptepunten. Met andere woorden, verhalen bevatten veel dingen die merken het liefst voor je achterhouden. In reclame eindigt ieder verhaal idealiter met ‘en iedereen leefde nog lang en gelukkig’. Maar de consum

De doelgroep, wat moeten we er toch mee?

Het lijkt een voor de hand liggend onderwerp, maar soms wordt het maar al te gemakkelijk genegeerd. Als ik je zou vragen wie jouw afnemer is en je antwoordt iets van “iedereen met een hartslag”, lees dan gerust even verder. Het is een begrijpelijke vorm van kortetermijndenken. Maar met die ene vogel in de hand kan je wel eens bedrogen uit komen. Als bedrijf doe je er goed aan om – in ieder geval tot op zekere hoogte – je klanten uit te kiezen. Het wagenwijd openzetten van je deuren is niet bepaald de manier om de niche op te zoeken waar jij zo enthousiast van wordt. Ook al zou je product of dienst iedereen op aarde kunnen helpen, dan heb ik nieuws voor je: niet iedereen gaat het kopen. Raar? Nee hoor, want ik verwacht dat hele volksstammen het geen biet interesseert wat jij te bieden hebt. Of ze hebben er het geld niet voor (over). Om er maar even een Sinekiaans gegeven tegenaan te gooien: waarom zit je eigenlijk in deze business? En wie hoop je ermee te helpen? Waarom

Mijn probleem met ‘passie’

Ieder identity-vraagstuk begint zo’n beetje met de zoektocht naar kernwaarden. We hebben daar slimme maniertjes voor. Eenvoudige, compacte methodieken waarbij we samen met de klant op zoek gaan naar woorden die de klantorganisatie of het merk zo goed mogelijk beschrijven. Maar er is één woord dat altijd op de shortlist verschijnt: ‘Passie’. Waarschijnlijk met een goede reden. Het is best een sterk woord. In de meeste gevallen beschrijft het daadwerkelijk onze klanten. Ze zijn gepassioneerd genoeg om naar VIS te komen, gepassioneerd genoeg om in hun merk te investeren en ze waren in ieder geval ooit gepassioneerd genoeg om een bedrijf te starten. Gepassioneerd was ik ooit ook. En ook al geef ik misschien de indruk dat ik dat nog steeds ben, ik zal hier en nu bekennen: ik ben het niet. Ik hou het bij 90 procent van de tijd. Misschien 85. Ik bedoel 80. Ik ben de fanatieke sporter die vanavond vergat naar de sportschool te gaan, maar toen ik erachter kwam dat ik het verge

Vertel het met beeld

Het is geen toeval. In enkele jaren tijd zijn Instagram en Pinterest naar de top van favoriete sociale netwerken gekatapulteerd. In webdesign is het gebruik van schermvullende afbeeldingen - met of zonder parallax scrolling - nog steeds een grote trend. Per dag worden op Facebook gemiddeld 250 miljoen foto’s geplaatst. Kortom, het internet van vandaag bevestigt wat mensen al eeuwen zeggen: een beeld zegt meer dan duizend woorden. Dus waarom praten we nog zo veel? Als je nog steeds vertrouwt op woorden om de essentie van jouw merk uitgelegd te krijgen laat je misschien wel kansen liggen. Gebruik bijvoorbeeld de meest eerlijke en autenthieke referentie: je klant. Vertellen hoe geweldig lekker je ijsjes zijn weegt niet op tegen (een beeld van) een klein meisje met een met ijs besmeurde snoet. Als beelden het beter kunnen vertellen, laat ze. Fotocredits  

En... actie!

Bij VIS houden we wel van een fijne video. Met een film laat je - letterlijk - meer zien dan met een ander medium. We kunnen een geweldige site of een fantastisch verhaal in elkaar zetten, maar een goed uitgevoerde video vertelt zo’n beetje alles wat de belangstellende ooit wilde weten. En dat in een fractie van de moeite die het je kost om een hele brochure te lezen. Onderzoek toont aan dat bij de absorptie van informatie ongeveer 65% van alle mensen visueel is ingesteld. 30% zou auditief zijn ingesteld. Simpel gezegd betekent dit dat de boodschap in de video de potentie heeft bij 95% van je publiek te blijven plakken. Dat is een aardig argument, maar soms is een voorbeeld het sterkste argument. Corporate film Hendrik Veder group Iets meer dan een jaar geleden zijn we gestart met de rebranding van Hendrik Veder Group , Europees marktleider voor staalkabel, diensten en oplossingen voor offshore, haven, scheepsbouw en andere industrieën. Een belangrijk onderdeel van de groep

Het zijn de regels, stupid

Ontwerpers zijn er in allerlei soorten en maten. Sterke ontwerpers doen hun ding vrij systematisch. Zwakke ontwerpers beschouwen zichzelf vaak als kunstenaars. Zwakke ontwerpers ontwijken regels omdat ze denken dat het hen onnodige beperkingen oplegt. Dat het hun visuele genialiteit verstikt. Of omdat regels naleven niet past in hun lifestyle. Tuurlijk jongen. Dit soort navelstaren is geweldig inheems onder amateurs. Want van alle designmissers is volgens mij de grootste die je kunt maken de verwaarlozing van regels. Of het onvermogen ze te implementeren. Deels komt dit door de houding dat mensen in creatieve beroepen hun vak ‘met swag’ zouden moeten beoefenen. Zoals vele, meestal de meer ervaren designers weten is dit aperte flauwekul. Swag is goed, maar een overdosis swag leidt tot arrogantie en zelfoverschatting. Chaos en orde Ik breng dit onderwerp niet ter sprake omdat in onze industrie nooit over regels wordt gesproken. Ik breng het ter sprake omdat het belang ervan va

Smakelijk of niet te vreten?

Je kunt twintig share-knoppen toevoegen op iedere pagina van je site. Je kunt gratis producten weggeven of luxe prijzen uitreiken. Je kunt bedelen om likes, +1’s en retweets . Het is allemaal oké, maar het begint allemaal bij relevante, betekenisvolle content. Geweldige content, daar wil ik even bij stilstaan. Laat ik het zo uitdrukken: iedere episode van Star Wars zou met waardeloze marketing nog steeds een hit worden. Daarentegen had geen enkele hoeveelheid buzz Freddy Got Fingered kunen redden. Maak goed spul, en mensen praten erover. Zorg voor iets smakelijks, dan hoeft niemand het bij een ander door de strot te duwen. Veel van dit alles komt neer op een paar fundamentele vragen. Voordat iemand de share-knop kan indrukken – of nog beter, voordat je content creëert – vraag jezelf af of het ’t waard is om te maken. Is het interessant? Nuttig? Leert het ons iets wat we nog niet weten? Is het een geheim dat iedereen gewoon móet horen? Gaat het ons inspireren? Kan het ons b

Als je praat, zég dan ook iets

“ Content isn’t king, conversation is king. Content is just something to talk about ”  -  Cory Doctorow Conversatie is een manier om je publiek te boeien en te activeren. Of je nou een emailnieuwsbrief verstuurt, op social media zit of klanten ontvangt, met een goed gesprek voelen we ons verbonden met elkaar en leiden ze – hopelijk voor jou of je merk – tot conversie. Helaas zien we vaker en vaker dat merken of organisaties een online gesprek beginnen zonder dat ze iets te zeggen hebben. De aandacht van je publiek is waardevol en in veel gevallen hebben je toeschouwers je toestemming gegeven te praten. Verkloot het niet. In iedere vorm van communicatie – online en offline – is het cruciaal dat je met overtuiging weet wat je moet zeggen, hoe je het moet zeggen en tegen wie je het moet zeggen. Beschouw het als een voorrecht dat mensen je in hun leven dulden, want zij snappen ook wel dat jij er bent om je spullen te slijten. Herinner mensen eraan waarom ze op je nieuws

The power of many

Mijn vorige post – over het crowdsourcen van design – maakte veel reacties los. Vooral op Twitter is er het nodige over uitgewisseld, al had ik meer verwacht van de reactie van 99Designs zelf. Omdat ik een aantal stellingen uit mijn vorige beschouwing wat wil nuanceren ga ik hier nog even wat dieper op de materie in. Open innovatie en de power of many hebben ons fantastische dingen geschonken. Het internet is een walhalla voor creatieve lone rangers wiens talent nooit was ondekt zonder Kickstarter , Etsy , Tenpages en Sellaband . En vergeet vooral *kuch* ons Koningslied niet. Voor allerlei activiteiten lijken de traditioneel aangewezen personen ineens niet meer de aangewezen personen te zijn. Is het activeren van een gedecentraliseerde crowd dan de norm? In het begin van de vorige eeuw bezocht de Britse onderzoeker Galton een veemarkt in Plymouth. Naast het keuren, inkopen en verkopen van vee was er ook allerlei vertier. Zo konden bezoekers na het raden van het ju

99designs - kun je wel tellen?

De zelfverklaarde ‘grootste marktplaats voor grafisch ontwerp ter wereld’ 99Designs opende onlangs een Nederlandse site . Persoonlijk ken ik niet veel ondernemers die zich aan deze vorm van crowdsourcing wagen om zich een huisstijl aan te laten meten. Gelukkig maar, want de rekensom klopt gewoon niet. Kijken we naar de getallen dan slaat het crowdsourcen van designs nergens op. Kom ik zo op terug. Het idee van diensten zoals 99Designs is dat je geen ontwerper inhuurt maar een ontwerpwedstrijd uitschrijft. Vervolgens ontvang je tientallen of honderden designs, je pikt de beste eruit en je betaalt de ‘winnende’ ontwerper. Zo’n 99Designs faciliteert deze wedstrijdjes via web-based platforms. Een verleidelijk concept in vele opzichten, waaronder de misvatting dat meer keuze ook meer waarde betekent en dat het vaag doet denken aan het soort sociale revolutie waar de populaire tech- en mediablogs over hypen. Reken even mee In de designcommunity wordt gesproken over hoe sle

Start op, geef een zetje en ga uit de weg

Vorige week had ik na een boeiende #SMC040 een kort gesprek met een vakgenoot. Onder het genot van een biertje waren we het erover eens dat social media zowel opwindende kansen als logistieke nachtmerries bieden. Dit is te wijten aan de (pardon voor het verbalisme) symbiotische relatie tussen klant en bureau. Ze zijn allebei nodig, maar bepalen wie welke taak op zich neemt is tricky business. Eerlijk gezegd denk ik dat de meesten van ons moeten toegeven dat organisaties vaak slecht zijn in het vertellen van hun verhaal. Ze hebben de neiging te pitchen in plaats van te engagen (pardon voor de taalassimilatie). Social media quick-wins bestaan niet Een deel van het probleem heeft te maken met gebrek aan ervaring. Iedere doorgewinterde marketeer weet dat je meer bereikt met een goed verhaal dan met een verkooppraatje. De meeste organisaties die starten met social media hebben daar echter het geduld niet voor. In de hunkering naar snelle resultaten en een zo groot mogelijk